Leestijd 4 - 5 min
Na 45 jaar ‘Harreveld’ met pensioen

Ze zijn nu allebei een paar maanden gestopt met werken bij Scholengemeenschap Harreveld: leerkrachten Marion Koning en Wilfried Dusseldorp. Bevalt het ‘naschoolse’ leven? En hoe kijken zij terug op ruim 45 jaar werken in het (gesloten) onderwijs?

Geen drukte, had Marion nog zo gezegd. Maar toen alle collega’s haar op de laatste werkdag toezongen en klaarstonden met een mooi spandoek met foto’s, was dat natuurlijk tóch wel mooi. En het afscheidsetentje was heel gezellig. En nu?

“Ik dacht dat ik mijn werk vreselijk zou missen”, vertelt ze. “Maar dat valt toch mee. Ik mis de gezelligheid van collega’s zeker, maar voor de rest: niks moet, alles mag!” Marion verveelt zich bepaald niet. “Hobby’s genoeg. Ik ben graag creatief bezig. Onze dochter woont met haar zoon bij ons in en ik pas geregeld op. De agenda zit dus lekker vol. Verder bekijk ik eens rustig of ik vrijwilligerswerk ga doen.”

Nu vrijwilliger op school

Ook Wilfried had een fijn afscheid. De limousine kwam zelfs voorrijden om hem op te halen voor een gezellig feest. En: vrijwilligerswerk heeft Wilfried al gevonden. Drie keer raden … op Scholengemeenschap Harreveld!

“Ik had al eerder kunnen stoppen, maar koos er bewust voor om een jaar door te gaan en af te bouwen, om beter afstand te kunnen nemen. Het greep me best aan, dat stoppen met werken. Ik ben gewoon heel betrokken bij deze school.” Niet voor niets draait Wilfried nog wekelijks mee in de technieklokalen, met veel plezier.

Niet dat Wilfried niet óók allerlei anders te doen heeft. Zijn grote hobby: designmeubelen en verlichting. Ook oude motoren opknappen is een liefhebberij en dan is er nog het onderhoud van huis en tuin.

Begonnen in de jeugdzorg

Zowel Marion als Wilfried begonnen als groepsleider in de jeugdzorg (Scholengemeenschap Harreveld verzorgt nu nog het onderwijs voor jongeren die verblijven bij jeugdzorginstelling Horizon, red.).
“Ik zie je nog zo binnenkomen”, zegt Wilfried tegen Marion. “Ik was net twintig”, herinnert zij zich ook nog goed. “In het begin was het echt pittig. Overleven. Je was met twaalf jongens alleen op een groep. En als je slaapdienst had, was je verantwoordelijk voor vijf, zes groepen.”

Toch trok het werken met deze jongeren Marion vanaf het begin aan. “Dat moet ook wel, want anders houd je dit werk niet vol. Het was wel echt een andere tijd hoor, want ik nam vroeger geregeld een jongere mee naar huis die anders op de locatie moest blijven in het weekend of tijdens de feestdagen. Dat vond ik dan zielig. Dat gebeurt nu echt niet meer.”

Wilfried bewaart ook goede herinneringen aan de ‘groepsleiderstijd’. “De drie ‘R’en’ stonden voorop”, vertelt hij: rust, reinheid en regelmaat.” Tegelijkertijd was het werk elke dag anders en onvoorspelbaar, dat maakte het werk leuk. Die dynamiek sprak hem ook aan in het onderwijs, waarin hij na tien jaar in de jeugdzorg ging werken. “Hans Kelderman was hier toen schooldirecteur en hij vroeg mij op school te komen werken in de techniek.”

Veel veranderd

Ook Marion stapte na 27 jaar werken in de jeugdzorg over naar het onderwijs, nadat ze de pabo had gedaan. Ze gaf algemeen vormende vakken en deed dat met genoegen. Al zag ze het onderwijs, net als Wilfried, wel veranderen.

“Tegenwoordig zijn jongeren veel korter op school dan vroeger en dat maakte het lastiger om een band op te bouwen”, vindt ze. Ook zijn de problemen waarmee leerlingen kampen, veel complexer geworden. “Vroeger had je boefjes in de klas”, verwoordt Marion. “Maar nu hebben jongeren al zoveel meegemaakt.”

“Jongeren zijn soms zó beschadigd”, beaamt Wilfried. Dat de ‘negatieve spiraal’ in sommige families lastig te doorbreken is, merkte hij ook. “Ik heb soms drie generaties in de klas gehad”, vertelt hij. “Opa, vader en zoon.”

Ook veranderd in de loop der tijd: de verminderde aandacht voor basisvaardigheden. Dat vinden Marion en Wilfried allebei jammer, want goed kunnen rekenen en schrijven ís een belangrijke basis. “Een band plakken, iets uitrekenen: dat lukt vaak niet als ze binnenkomen. Je moet echt bij het begin beginnen”, illustreert Wilfried. Aan de andere kant: “Ik leer ook veel van leerlingen, die weten wel alles over hun mobieltje”, lacht hij.

Wat heb je nodig in dit vak?

Hoe complex ook: Wilfried en Marion konden lezen en schrijven met hun leerlingen. Hoe komt dat dan? Een aantal ingrediënten is bepalend voor de kennis, kunde en houding die je moet meebrengen als je in het gespecialiseerd onderwijs werkt, denken zij.
Duidelijk zijn, inlevingsvermogen, ruimte kunnen geven, naast leerlingen staan, je niet alwetend opstellen, betrokken zijn, jezelf kunnen wegcijferen, van kleine successen kunnen genieten, humor inzetten, het positieve zien … “Het moet in je zitten”, vat Marion samen. “Moet je dat toch talent noemen misschien?”

Terugkijkend zijn er ook een paar inktzwarte herinneringen. Zo maakten een paar leerlingen een einde aan hun leven en dat emotioneert logischerwijs nog steeds. “Dat vergeet je nooit meer”, zeggen de twee oud-leerkrachten in koor.

Gelukkig staan ook andere en fijne momenten in het geheugen gegrift. Zoals die oud-leerling die voor Marion speciaal naar school kwam om haar te vertellen dat zij haar zo geholpen had. “Toch bijzonder!” Ook Wilfried heeft zo’n voorbeeld.

“Ik kreeg een bericht van een oud-leerling die liet weten hoe het nu met hem ging. “Zo’n ‘eigenwijze’ die ik wel vijf keer uit bed ben gaan halen op de groep”, herinnert Wilfried zich. “Maar uiteindelijk heeft hij zijn lasdiploma gehaald. Als je dan later leest dat het nu goed gaat en dat hij nu zelf een gezin heeft … Daar doe je het voor.”

auteur Anne-Marie Veldkamp